Beschrijving
Maak de wol vast aan je pink met een knoopje. Houd je handpalm naar boven. Rijg de wol nu om en om tussen je vingers richting je wijsvinger. Doe dit niet te strak. Ben je om je wijsvinger heen dan rijg je weer terug naar je pink. Je duim doet niet mee. Doe dit twee keer. Je ziet nu overal twee stukjes wol. Nu trek je het onderste stukje wol over het bovenste stukje wol over je vinger heen. Controleer altijd of je twee strengetjes wol per vinger hebt voordat je ze over elkaar heentrekt. Het stukje wol dat je aan je pink hebt vastgemaakt, doet NIET mee. Die maak je straks los als de sjaal iets langer is. Heb je bij je wijsvinger, middelvinger, ringvinger en pink de stukjes over elkaar heen gehaald? Dan ga je weer heen en terug rijgen, net als in het begin. Nu heb je weer twee stukjes wol. Trek weer het onderste stukje over het bovenste stukje. Dan ga je weer heen en weer rijgen. Blijf dit herhalen. Als je na een tijdje je hand omdraait, zie je op de bovenkant van je hand het begin van de sjaal! Blijf rijgen en de stukjes over elkaar heen halen tot je vindt dat de sjaal lang genoeg is. Haal dan voorzichtig de lussen van je vingers. Haal het uiteinde van de wol nu voorzichtig door de lussen die van je vingers komen. Hierna trek je het strak aan. Klaar is jouw sjaal! Als je het leuk vindt, kun je de sjaal nog versieren met kralen.